HOOFDSTUK IX
De
geschiedenis van Klein Everwijn in
Terwolde [1]
Aan
de Quabbenburgerweg 31 in Terwolde, op de grens van de Spekhoek en de Hoeven,
stond tot 1923 een boerderijtje met de naam Klein Everwijn. In 1923 wordt Klein
Everwijn afgebroken. Door Hermanus Dijk en zijn vrouw Willemina de Wilde wordt
een nieuw huis gebouwd, waarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van de oude bouwmaterialen. De
naam Klein Everwijn suggereert, dat er een verband bestaat met Het Grote Everwijn, een boerderij, die al in de
veertiende eeuw genoemd wordt, maar aan de andere kant van het dorp ligt, ten
zuidoosten van de kerk.
Wat is de historie van Klein
Everwijn, wie woonden er en welk verband bestaat er tussen het Grote Everwijn en
de katerstede (= kleine boerderij) Klein Everwijn?
Tekening van Klein Everwijn getekend door H. Dijk
Eigendomshistorie
Het grote Everwijn is in 1437, door hertog Arnold van Gelre, uit geldnood verpand aan het Kapittel van Deventer en is sinds die tijd in haar bezit gebleven. Veel van de kerkelijke goederen gaan na de reformatie in handen over van de wereldlijke overheid. Het erve Everwijn wordt eigendom van de stad Deventer. Burgemeesteren, Schepenen, en Raden der Stad Deventer kondigen 27 juli 1737 aan, dat o.a. erve Everwijn "bij inlate en verhoginge " geveild zal worden en dat op zaterdag 10 augustus d.a.v. deze en andere erven "bij den laatsten afslag" verkocht worden.
Bekendmaking van de verkoop van het erve en goed Everwijn
in Terwolde.
Op 20 december 1737 kopen Wolter Brascamp, custos te Twello en zijn vrouw Maria van Beek, samen met Jacob van Beek en Aaltjen Henrix, ehelieden, uit Terwolde, het Everwijn, met huis, hof, boomgaard, hoge en lage landerijen, in totaal 40 morgen ( een morgen is circa 0,8 ha.) bouw- en 13 morgen weideland, voor de somma van 11.200 guldens. De verkoop vindt plaats op het Stads Wijnhuis te Deventer.
In 1746 op 27 juni wordt Het Everwijn gesplitst. Er vindt een erfdeling plaats tussen Jacob van Beek en erfgenamen en Wolter Brascamp en erfgenamen. Jacob van Beek en Aaltjen Henrix komen in het bezit van het huis, schuur, bakhuis, hof en boomgaard met al het zaai- en weiland, waaronder 8 morgen in de Hoeven. Wolter Brascamp en Maria van Beek worden o.a. eigenaren van 5 morgen bouw- en weideland aan de Crombeke in de Hoeven, bovendien krijgen zij 300 Car. guldens, te betalen op Petri (=22 februari). Wolter Brascamp verkoopt zijn 5 morgen bouw- en weideland al op 30 maart 1747 voor 750 Car. guldens aan Egbert Harms en Harmina Engberts. In 1750 als zowel Jacob van Beek als Aaltjen Hendrix zijn overleden, verkopen de minderjarige kinderen van dit echtpaar door bemiddeling van hun grootvader Henric Gerrits, kerkmeester te Terwolde, hun bezittingen, waaronder het Everwijn. De bezittingen uit het Everwijn worden in 11 percelen verkocht. Het elfde perceel, ca. 8 morgen weiland, "de Hoeven" genaamd, wordt in 1750 verkocht aan Willem Harms en Derk Arents, ieder voor de helft. Hierop rustte de verplichting tot onderhoud van 8 roeden langs de wetering en 10 roeden langs de dijk. De prijs is 935 Car. Guldens.
Willem Harms, zoon van Harmen Berents, is op 20 april 1748 in Terwolde getrouwd met Jenneken Everts dochter van Evert Willems. Zij krijgen o.a. een dochter, Harmina Willems. Harmina trouwt 1-3-1778 in Terwolde met Jan Gerrits, zoon van Gerrit Engberts van Nijbroek.
Uit de notariele akte no. 95 (d.d. 15-11-1817) van notaris P.P. Everts in Twello blijkt dat Jan Gerrits en Harmina Willems, beiden overleden, de eigenaren waren van Klein Everwijn.
Helaas heb ik tot nu toe in het Protocolboek van Voorst, kerspel Terwolde nog geen eigendomsoverdracht van "de helft van 8 morgen bouw- en weideland in de Hoeven of van "de katerstede de cleyne Everwijn" van Willem Harms aan zijn dochter en schoonzoon, Harmina Willems en Jan Gerrrits, gevonden.
Ligging van Groot Everwijn en Klein Everwijn in
Terwolde
Wel vind ik bij de verkoop van de Backerscampjens, gelegen op de hoek van de huidige
Quabbenburgerweg en de Kadijk, in het Protocolboek van
Voorst [2],
kerspel Terwolde, op 20-10-1768, dat bij de belending genoemd wordt: "zuidwaerds de cleyne Everwijn". Klein Everwijn is dus gebouwd
tussen 1750 en 1768, waarschijnlijk door Willem Harms en Jenneken Everts. In
1789 waren Jan Gerrits en Harmina Willems in ieder geval eigenaren van Klein
Everwijn. In dat jaar vinden we in het Protocolboek van Voorst [3],
kerspel Terwolde, een schuldbekentenis van 900 gulden op naam van Jan Gerrits en
Harmina Willems met als onderpand: "derselve caterstede, bestaande in huis, hof, bouw- en
weideland, voorheen gesproten uit het erff Everwijn groot ongeveer 4 morgen,
gelegen in de Hoeven onder de ampte Voorst, kerspel Terwolde".
Jan
Gerrits en Harmina Willems krijgen 6 kinderen. Een van de kinderen is Jenneken
Jansen. Zij trouwt (als Jenneken Gerrits !) op 18 oktober 1813 in Nijbroek (
Terwolde hoort in 1813 tot de mairie Nijbroek) op 25 jarige leeftijd met haar
buurman, de 39- jarige Hendricus de Wilde. Hendricus is mijn betovergrootvader.
Zes weken daarvoor is zijn vader, Jacob Arents de Wilde, overleden. Het
echtpaar gaat wonen in het ouderlijk huis van Jenneken, Klein Everwijn. Dit
blijkt uit de akte no. 28 d.d. 14-3-1815 van het kantoor van notaris P.P.Everts
te Twello. Daarin wordt de verkoop van Den Oord beschreven. Er is sprake van de
belending: "ten
zuiden Hendrikus de Wilde".
Jenneken's moeder is al in 1805 overleden en haar vader moet vóór 12 juni 1815 overleden zijn. Dit is op te maken uit de notariële akte no. 108 van 18 december 1817, waarin Willem Jansen en Hendrikus de Wilde voor notaris Philip Pelgrim Everts te Twello verschijnen. In deze akte staat dat de publieke verkoop van Klein Everwijn is bevolen bij twee vonnisen van de "De Regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Arnhem ". Het eerste vonnis is gedateerd 12 juni 1815, het tweede vonnis 27 mei 1816. Het vonnis is gewezen tegen Grietjen Jansen, de oudste zuster van Willem en Jenneken. Grietje ligt kennelijk dwars bij de verkoop. Complicerende factor is het overlijden van Jenneken op 29 december 1816.
In de akte no. 95 van 15 november 1817 worden de belending en de voorwaarden van de verkoop beschreven. De akte wordt getekend door Willem Jansen, Hendrikus de Wilde, notaris P.P. Everts en de getuigen Barend Noijen en Gradus Smits.
Gedeelte van de akte no. 95 dd. 15-11-1817.
Het erf en goed Klein Everwijn bestaat uit:
1e een huis, put, bakoven, met ongeveer driehonderdvier roeden hofland.
2e uit een kamp bouwland zijnde thiendbaar, groot ongeveer zevenhonderd een en
veertig roeden.
3e twee stukjes weideland, het ene groot ongeveer zeshonderd zes en veertig roeden,
waarin negen peppelen staan. Het andere groot ongeveer zeven honderd zestig roeden
met acht en dertig stuks peppelen en elf eikenbomen.
De belending wordt als volgt omschreven: "beland oost de gemene weg, zuid Aalt Maassen en Frederik Gerrits, west H. Bussemaker en noord Willem Jansen en Gerrit Hoebrink". Met de gemene weg wordt de huidige Quabbenburgerweg bedoeld.
Uit akte
no. 108 van 18 december 1817 blijkt dat Willem Jan van
Enter, vice burgemeester van Twello, het erf en goed Klein Everwijn gekocht
heeft voor twee duizend vier en vijftig guldens. Maar akte no 109 van 19
december 1817
vermeldt, dat Willem Jan van Enter deze koop gedaan heeft in opdracht van
Hendricus de
Wilde.
Hendricus de Wilde en zijn zoontje Jacob zijn dus nu officieel eigenaren van Klein Everwijn. Om de kooppenningen te kunnen betalen leent Hendrikus fl. 1100 á 5 % van Ernestina Lucretia, baronesse van Reede, douairière Carel Arend Jan Baron van Boecop, renteniersche, wonende te Twello. Waar de rest van het geld vandaan komt heb ik niet kunnen vinden. In ieder geval heeft Hendricus geld gekregen uit de publieke verkoop van den Oord en is hij natuurlijk ook medebezitter van Klein Everwijn door zijn huwelijk met Jenneken Jansen.
Hendricus trouwt voor de tweede maal op 18 december 1818 met de 22-jarige Hendrika Veldwijk. Hendrika is een dochter van Grietjen Willems Schokkenkamp en Hendrik Veldwijk uit Terwolde. Haar vader is al vóór haar geboorte overleden. Uit het huwelijk van Hendricus en Hendrika worden in twintig jaar 8 kinderen geboren met de namen Gerrit Jan, Steven, Hendrikus, Zwaantje, Berendina Hendrika, Maria, Berend Jan en Arend. Als Hendricus op 10 augustus 1839, 64 jaar oud, overlijdt is het jongste kind, Arend, pas 4 maanden.
Sterfakte van Hendricus de Wilde 1839.
Na zijn overlijden moet de nalatenschap geregeld worden. Op
28 mei 1841, akte no. 94, verschijnt Jacob
de Wilde, timmerman, wonende te Terwolde, zoon uit het eerste
huwelijk van Hendricus de Wilde en Jenneken Jansen, voor Mr. Philip Pelgrim
Everts, openbaar notaris, residerende te Twello. Jacob verklaart verkocht,
afgestaan en in eigendom overgedragen te hebben aan zijne halve broeders en
zusters en hun moeder "al zijn regt van erfvolging, hetwelk hij heeft op den
boedel en nalatenschap van wijlen zijne moeder, Jenneken Jansen en van zijnen
vader Hendricus de Wilde, zonder enige uitzondering noch voorbehouding speciaal
op den gereden inboedel, have en vee en wat verder tot gerede goederen behoort
en op eene katerstede Klein Everwijn genaamd, gelegen onder Terwolde, bestaande
in huis, tuin, bouw en weidelanden, tezamen groot vier bunder, één roede vier en
zeventig ellen. Gewaardeerd op een som van twee duizend zeven honderd vijf en
tachtig gulden." De koop en verkoop geschiedt
voor "eene somme van Zes Honderd gulden Nederlands Courant".
Jacob was dus heel genereus en dwong zijn stiefmoeder niet
tot een publieke verkoop! Getuigen zijn Evert
Jan Mol, doende boerenwerk en Willem
Jan van Enter, herbergier, beiden wonende in Twello.
Eveneens op 28 mei 1841, akte no. 95, verschijnen voor
notaris Mr. Philip Pelgrim Everts: Hendrika Veldwijk, "voor haarselve" en in haar hoedanigheid van moeder en wettige voogdesse
over haar acht minderjarige kinderen met name: Gerrit Jan, Steven, Hendrikus,
Zwaantje, Hendrika Berendina, Maria, Berend Jan en Arend. Samen met de toeziende
voogd, haar zwager Jan de Wilde, timmerman, wonende te Terwolde.
Hendrika verklaart verpacht te hebben aan Jacob de Wilde,
timmerman, "van het thans door haar bewoonde erve en goed den Everwijn genaamd,
gelegen bij den Kwappenberg onder Terwolde, bestaande in een huis, tuin, bouw en
weidelanden, te zamen groot vier bunder ééne roede en zeventig ellen": "Van het
huis: de keuken, de melkkamer, de halve deel, de kelder, den geheelen zolder
boven de keuken, alsmede de halve balken op de deel, aan de oostkant, voorts het
halve hofland mede aan de oostkant en den halven zaaikamp aan de noordkant,
zullen de verpachtersche en pachter het weideland en hooiland in gezamentlijke
gemeenschap genot en gebruik hebben, doch ieder voor een gelijk getal beesten,
terwijl de boomvruchten in den hof door ieder voor de helft zullen genoten
worden en hetwelk voor gezamentlijk genot en gebruik zal zijn." De pacht wordt gesloten voor zes achtereenvolgende jaren
en bedraagt "eene somme van zes en zeventig gulden Nederlands Courant, jaarlijks te
betalen voor of op Petri (22 februari) van ieder jaar". Verder moet de pachter jaarlijks dertig bos dakstro aan
verpachtersche leveren, voor registratie berekend op drie gulden jaarlijks. Ook
zal de pachter "het gepachte van het huis behoorlijk moeten gebruiken en zorgen
dat hetselve ook glasdigt gehouden wordt. Hij moet bij nodige reparaties voor
kost en drank van de werklieden zorgen, hij zal het land behoorlijk moeten
bemesten, bepoten en bezaayen, zoals het eenen goeden pachter betaamt, hij zal
geene boomen mogen houwen zonder toestemming van verpachtersche en bij vertrek
geen mest mogen meenemen of deselve gedurende den pachttijd afvoeren".
In de geboorteakte uit 1844 van Jannes, zoon van Jacob de
Wilde en
Geesjen Schuitert, staat dat hij geboren wordt op D 2. Dit is de locatie van
Klein Everwijn. We kunnen dus de conclusie trekken dat Jacob ook op Klein
Everwijn is gaan wonen.
Later woont Jacob op D 6. Dit is het huidige adres
Trippestraat 26, waar het boerderijtje de Hofstee staat.
Hendrika heeft nog tot in hoge ouderdom op Klein Everwijn
gewoond samen met haar ongetrouwde zoons Gerrit Jan en Steven. Hendrika
overlijdt in 1881, 85 jaar oud.
Na het overlijden van Hendrika zijn er zoveel erfgenamen,
dat Klein Everwijn
publiekelijk geveild wordt en wel op verzoek van de volgende personen:
Hendrikus de Wilde, daghuurder, te Twello.
Derk Klein Bluemink, landbouwer, te Twello en gehuwd met
Zwaantje de Wilde.
Gerrit Willem Lubberts, landbouwer, te Terwolde en gehuwd
met Berendina Hendrika de Wilde.
Hendrik Endendijk, landbouwer, te Epse onder Gorssel en
gehuwd met Maria de Wilde.
Arend de Wilde, landbouwer, te Terwolde.
Aaltjen van Assen te Terwolde, weduwe van Berend Jan de
Wilde, zonder beroep, voor haarselve en als moeder en voogdes over haar vier
minderjarige kinderen, genaamd: Willemina, Gerrit Jan, Jan Hendrik en Hendrikus
de Wilde.
Steven de Wilde, landbouwer, te Terwolde.
Gerrit Jan de Wilde, landbouwer te Terwolde, voor zichzelf
en in qualiteit van toeziende voogd over de voornoemde minderjarigen.
In de akten no. 7 en no. 11 d.d. 25/1 en 8/2 1882 van het
kantoor van notaris J.N. Everts te Twello, staan de volgende
wetenswaardigheden:
De hofstede Klein Everwijn te Terwolde , kadastraal bekend
gemeente Nijbroek sectie G, nummers 14, 16 t/m/ 19 en 21 bestaat uit:
no.14: huis en erf, zes aren, vier en veertig centiaren
no.16: tuin, negentien aren, twintig centiaren.
no.17: bouwland, acht en twintig aren, tien centiaren
no.18: bouwland, één hectare, achtien aren, tien
centiaren
no.19: weiland, één hectare, zes aren, negentig
centiaren
no. 21: weiland, één hectare, drie en twintig aren.
Tezamen groot: vier hectaren, één are en vier en zeventig
centiaren. Dus nog steeds de helft van ongeveer 8 morgen, waarvan al in 1750
sprake was.
De goederen worden in vier percelen verkocht.
Eerste perceel.
Huis, schuur, tuin, bouwland en vruchtbomen, no. 14, 16, 17
en 18 gedeeltelijk. Groot tezamen twee en zestig aren en vier en vijftig
centiaren.
Tweede perceel.
Het bouwland "de Kamp" ten westen van het huis, no. 18
gedeeltelijk. Groot één hectare, negen aren, dertig centiaren.
Derde perceel.
Weiland ten westen van "de Kamp", no.19 geheel en het
oostelijk gedeelte ter grootte van vijftien aren en tien centiaren van no.21.
Groot tezamen één hectare en twintig aren.
Vierde perceel.
Weiland ten westen van het vorige perceel, westelijk
gedeelte van no. 21. Groot één hectare, zeven aren en negentig centiare.
Bij de 15 koopvoorwaarden staat o.a.:
"De
aanvaarding zal
plaats hebben den twee en twintigste februari aanstaande met uitzondering
van:
a) De
kamer met de schuur en vier aren grond in het eerste en tweede perceel, welk één
en ander in gebruik zal blijven bij Steven en Gerrit Jan de Wilde tot Petri (22
febr.) 1883.
b) Het
roggeland en de klaverakker in het eerste en tweede perceel om te worden
aanvaard na den oogst van dit gewas, dat geheel ten bate van de verkopers komt.
De klaverakker wordt geoogst tot vijftien september aanstaande.
c) Het
hoekje voor rogge en boerenkool in het eerste perceel om te worden aanvaard den
vijftiende april aanstaande".
"Uitbedongen worden de mest, de karnewaag, de slieten op
balken en hilden, de immenstal( dit zijn de bijenkasten) met toebehoren, welke
laatste zal kunnen blijven staan tot Petri( 22 febr.) achtienhonderd drie en
tachtig, benevens de peppelenboom aan den grintweg om te vervoeren voor vijftien
Maart aanstaande. Het in de schuur afgescheiden gedeelte van de brandspuit,
benevens de plankenvloer, is het eigendom van de gemeente Voorst."
"De
koper van het eerste perceel moet bij den toeslag betalen de som van zes gulden
door de verkoopers toegezegd voor de hardmaking van den weg, genaamd
Trippestraat".
"De
percelen twee, drie en vier zijn geheel en perceel één is gedeeltelijk
tiendbaar". "Verkopers zullen voor de aanvaarding erfhuis mogen houden, de
goederen welke buiten huis zijn, kunnen worden vervoerd tot vijftien Maart
aanstaande".
Verscheidene personen hebben belangstelling voor de verschillende percelen van Klein Everwijn en op 25 januari 1882 wordt in het logement van Enter ( het huidige restaurant "De Statenhoed" aan de Dorpsstraat ) te Twello door Mr. Jacob Nikolaas Everts, notaris te Twello, overgegaan tot "den inzet" door de volgende personen:
Gerrit Willem Lubberts, landbouwer te Terwolde
Hendrikus Kolkman, landbouwer te Nijbroek
Tiemen Tiemens Hanneszoon, zonder beroep, wonende te Deventer
Jan Dommerholt, koffiehuisbediende, eveneens uit Deventer
Hendrik Endendijk, landbouwer te Epse
Hendrik Jan Smeenk, logementhouder, wonende te Deventer
Gerrit Visser, landbouwer te Terwolde.
Veertien dagen later op 8 februari 1882 wordt gemijnd en uiteindelijk koopt de buurman, Gerrit Visser de percelen één en twee, dus Klein Everwijn met schuur, tuin enzv. en het bouwland "de Kamp", voor de prijs van fl. 4150.- Kadastraal de no's 14,16,17 en 18 .
Gedeelte uit de akte dd. 8 februari 1882.
Daarna meldt Gerrit Visser, bewoner van den Oord, het
buurhuis, dat
hij dit gekocht heeft "voor en als mondeling gemachtigde van den medeverkooper Arend de Wilde Hendrikuszoon, landbouwer, wonende te
Terwolde, die daarin voor een achtste deel gerechtigd is en die alhier mede
verschenen, de koop verklaarde aan te nemen."
Hendrik Jan Smeenk koopt het derde perceel voor fl. 2185.-.
Teunis Dommerholt, kastelein, wonende te Terwolde koopt het vierde perceel voor
fl. 1415.-. Hendrik Jan Smeenk en Teunis Dommerholt verklaren een sloot te
zullen graven "tusschen hunne gronden voor gemeenschappelijke rekening,
die dan ook gemeenschappelijk eigendom zal zijn."
Getuigen zijn Jacobus Hendrikus Wijers, candidaat notaris en Jan Arend Beerman, logementhouder, beiden wonende te Twello. Alle betrokken personen tekenen het proces verbaal "onmiddelijk na gedane voorlezing, uitgezonderd Hendrikus de Wilde en Aaltjen van Assen, weduwe van Berend Jan de Wilde, die verklaarden niet te kunnen schrijven, wegens onbekendheid met de schrijfkunst"
Nadat Arend en Aaltjen Klein Everwijn gekocht hebben, gaan
ze daar wonen. In dit gezin worden op Klein Everwijn nog 3 kinderen
geboren.
De beide broers Gerrit Jan en Steven blijven ook op Klein Everwijn wonen. Hendrikus, de zoon van Arend en Aaltjen woont daar al en Gerrit Jan, de zoon van Berend Jan en Aaltjen van Assen, mijn grootvader, blijft ook op Klein Everwijn tot 2 juni 1885. Hij vertrekt dan naar Gorssel, naar zijn oom en tante Endendijk-de Wilde, waar hij het bakkersvak gaat leren.
De
bewoners van Klein Everwijn omstreeks 1912 v.l.n.r.
Albert Jan de Wilde, Aaltjen de
Wilde-Timmer, Arend de Wilde,
Herman Dijk en Willemina Dijk-de
Wilde
Arend de Wilde en Aaltjen Timmer krijgen 8 kinderen en blijven de rest van hun leven op Klein Everwijn wonen. Aaltjen overlijdt daar op 71-jarige leeftijd in 1916. De jongste dochter van Arend en Aaltjen, Willemina, is in 1912 getrouwd met Hermanus Dijk. Herman is huisschilder, maar heeft ook, als amateur, een tekening en een schilderijtje gemaakt van Klein Everwijn.
In 1923 blijkt Herman Dijk
eigenaar van Klein Everwijn te zijn. De boerderij is inmiddels waarschijnlijk
meer dan 190 jaar geleden gebouwd en hard aan vernieuwing toe. Herman pakt het
rigoureus aan. De oude boerderij wordt afgebroken en een nieuw huis wordt
gebouwd. In Juli 1923 verzoekt Frederik Gerrit Haverkamp, bouwkundige te Twello,
gemeente Voorst, "de Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van de
Gemeente Voorst beleefd om een vergunning tot het afbreken van een bestaand woonhuis en het ter plaatse
wederom herbouwen van een nieuwe woning op een terrein kadastraal bekend onder sectie
G no.14 te Terwolde, voor rekening van den Heer H. Dijk aldaar".
Het gezin van Herman Dijk woont samen met Opa Arend tijdens de afbraak
en de nieuwbouw in een oude schuur. De stenen, de deeldeuren en andere
materialen worden zoveel mogelijk gebruikt voor de bouw van de nieuwe woning.
Alleen de pomp en de oude kastanjeboom voor het huis zijn nog vele jaren de
stille getuigen van de katerstede Klein Everwijn. De kastanjeboom is helaas in
de oorlogsjaren gesneuveld en de pomp is, waarschijnlijk met de komst van de
waterleiding, verplaatst naar de zijkant van het huis en staat daar anno 2004
nog.
Tot 2004 blijft het "nieuwe" huis nog eigendom van de familie Dijk. Met het overlijden van Herman Dijk, de jongste zoon van Willemina de Wilde en Herman Dijk op 14 januari 2003, komt er een eind aan de bijna 200 jaar bewoning door kinderen, klein en achterkleinkinderen van Hendricus de Wilde, die Klein Everwijn in 1817 gekocht heeft.
Bewoners van Klein Everwijn
De personen, die hierna genoemd worden, hebben vermoedelijk
allemaal op Klein Everwijn gewoond of zijn er geboren.
Jan Gerrits en Harmina Willems, die Klein Everwijn hebben gekocht (of
gekregen?) van de vader van Harmina Willems, krijgen 6 kinderen, waarschijnlijk
allen geboren op Klein Everwijn.
Grietjen Jansen
geboren
9 juni
1779
Willem Jansen
geboren
11 oktober 1781
Jenneken Jansen
geboren
7 januari 1784
Gerritjen Jansen
geboren
16 november 1786
Jenneken Jansen
geboren
2 april
1788
Gerritje Jansen
geboren
30 december
1791
Jenneken Jansen (*1788) trouwt, 25 jaar oud, op 10 oktober
1813 met haar buurman Hendricus de Wilde, 39 jaar oud, zoon van Jacob Arents de
Wilde en Swaantje Berends van de Eese. Wat de reden is, dat ze enkele weken,
nadat de vader van Hendricus overleden is, trouwen, terwijl ze al jaren naast
elkaar wonen, zal altijd een vraag blijven. Zoals in het voorgaande al wordt
gemeld gaat het echtpaar in het ouderlijk huis van Jenneken, Klein Everwijn,
wonen, getuige een notariële akte dd. 14-3-1815. Daarbij wordt in de publieke
verkoop van het ouderlijk huis van Hendricus de Wilde, de Oord, als belending
ten zuiden, "Hendricus de Wilde" genoemd. Den Oord, eerder aangeduid als Bakkerscampjes,
was eigendom van Jacob Arents de Wilde, ook wel Jacob Dubbe genoemd en stond op
de hoek van de Quabbenburgerweg en de Kadijk. Daarnaast, aan de
Quabbenburgerweg, ligt Klein Everwijn.
Uit het huwelijk van Hendricus de Wilde en Jenneken
Gerrits/Jansen worden 2 kinderen geboren.
Jacob de Wilde
geboren
30 maart 1815
Hermina de Wilde geboren
20 september 1816 (overleden 20 oktober 1816)
Ook Jenneken Gerrits/Jansen overlijdt datzelfde jaar en
wel op 26 december, nog maar 28 jaar oud.
18 december 1818 hertrouwt Hendricus de Wilde met Hendrika
Veldwijk, 22 jaar, dochter van wijlen Berend
Veldwijk en Grietje Wilms Schokkenkamp.
Uit het huwelijk van Hendricus de Wilde en Hendrika Veldwijk worden 8 kinderen geboren, allen op Klein Everwijn.
Gerrit Jan de Wilde
geboren 30 augustus 1819
Steven de Wilde
geboren 16 maart 1822
Hendrikus de Wilde
geboren 10 mei
1824
Zwaantje de Wilde
geboren 15 augustus 1827
Berendina Hendrika de Wilde
geboren 11 juli
1830
Maria de Wilde
geboren 3 januari 1833
Berend Jan de Wilde
geboren 14 februari 1835
Arend de Wilde
geboren 1 april
1839
Hendricus de Wilde overlijdt 12 augustus 1839, op bijna 65-jarige
leeftijd. Zijn vrouw Hendrika is dan 42 jaar en het jongste kind, Arend,
pas 4 maanden oud.
Uit het bevolkingsregister over de periode 1820 tot 1840 blijkt, dat ook Grietjen Willems ( Schokkenkamp), de moeder van Hendrika op Klein Everwijn woont. Het nummer is dan D2.
Na de dood van Hendricus wordt Klein Everwijn voor een
gedeelte verpacht aan Jacob de Wilde en zijn gezin. Jacob is getrouwd met Geesjen
Schuitert. Het gezin van Jacob en Geesjen bestaat uit de volgende kinderen, die
allen in Terwolde geboren zijn.
Jannes de Wilde
geboren 14 september 1835 op A 22 ( overleden 1836)
Hendrikus de Wilde
geboren
18 september 1839 op D 26
Everdina de Wilde
geboren 24 april
1842
op D 2
Jannes de Wilde
geboren 19 oktober 1844 op D 2
Jannes de Wilde
geboren 21 juni
1847
op D 2
Janna de Wilde
geboren 19 december 1849 geen adres
Gezina de Wilde
geboren 24 februari 1854 "
Later woont het gezin van Jacob de Wilde en Geesjen Schuitert op D
6 [4],
"de Hofstee", samen met schoonzoon H. Kwakkel, die getrouwd is met dochter
Everdina.
In 1880 wonen alleen de twee ongetrouwde zonen Gerrit Jan
en Steven, samen met hun moeder Hendrika de Wilde-Veldwijk op Klein Everwijn,
evenals twee kleinzonen nl. Hendrikus de Wilde, geboren 24 maart 1871, zoon van
Arend de Wilde en Aaltjen Timmer en Gerrit Jan de Wilde, geboren 11 februari
1873, zoon van, de 29 december 1878, overleden Berend Jan de Wilde en Aaltjen
van Assen. Gerrit Jan is mijn grootvader, die ik helaas nooit gekend heb.
Hendrika Veldwijk- de Wilde overlijdt op 28 november 1881,
85 jaar oud. Er zijn vele erfgenamen en Klein Everwijn wordt publiekelijk
geveild. De nieuwe eigenaar is de jongste zoon, Arend de Wilde. Hij is in 1870
getrouwd met Aaltjen Timmer. Uit dit huwelijk worden in Terwolde 8 kinderen
geboren.
Hendrikus de Wilde
geboren 24 maart 1871
Jannetje de Wilde
geboren 26 juni 1872
Hendrika de Wilde
geboren 24 maart 1875
Egberdina de Wilde
geboren 20 februari 1878
Zwaantje de Wilde
geboren 18 oktober 1880
Gerrit Jan Steven de Wilde
geboren 18 januari 1883
Albert Jan de Wilde
geboren 2 mei
1886
Willemina de Wilde
geboren 2 november 1887
Omdat Arend de Wilde in 1882 eigenaar wordt van Klein
Everwijn zijn waarschijnlijk de drie jongste kinderen op Klein Everwijn geboren
en de oudere kinderen in de Trippestraat, waar het gezin van Arend de Wilde en
Aaltjen Timmer volgens het bevolkingsregister heeft gewoond op D7 [5],
D8 [6] en
D 8a [7].
Dit is in de buurt van Hendrikus de Wilde, die in 1870 het boerderijtje de
"Vijfmorgen" [8]
bouwde, huidig adres Trippestraat 22. In het boek 'Rondje Spekhoek" uit 2003
staat, dat dit boerderijtje met de naam "Vijfmorgen" omstreeks 1870
gebouwd werd door Hendrikus de Wilde. Deze Hendrikus is een zoon van Geesjen Schuitert
en Jacob de Wilde (* 1815), dus een kleinzoon van Hendricus de Wilde, die in
1817 Klein Everwijn gekocht heeft.
De jongste dochter, Willemina de Wilde, trouwt op 1 juni
1912 met Hermanus Dijk uit Deventer, zoon van
Jan
Dijk en Geertjen Lammers.Uit dit huwelijk worden 5 kinderen geboren.
Gerrit Jan Dijk
geboren 26 februari 1913
Arend Dijk
geboren 25 januari 1915
Aaltjen Dijk
geboren 12 juni 1916
Hermanus Dijk
geboren 27 juli
1921
Willemina Dijk
geboren 25 juni 1924
De eerste vier kinderen worden geboren op Klein
Everwijn. In 1923 wordt Klein Everwijn afgebroken. Er wordt een nieuw huis
gebouwd en daar is de jongste dochter, Willemina Dijk, geboren.
Het bouw en weiland, dat in 1750 door Willem Harms en Derk
Arents wordt gekocht heeft eeuwenlang behoord tot het erve Het Everwijn. Dit was
een grote boerderij, die aan de oostkant van Terwolde, niet zover van
de kerk lag. Er hoorde meer dan 40 morgen bouwland bij en 13 morgen weiland.
Voor het eerst wordt de naam de cleyne Everwijn genoemd in een transportakte in het Protocolboek van
Voorst [9],
kerspel Terwolde, op 20-10-1768. Arent Dubbe en Driesjen Gerrits verkopen dan
hun katerstede de Bakkerscampje(n)s aan hun zoon Jacob Arents de Wilde en
zijn vrouw Z(S)waantje Berends van de Eze.
In de transportakte wordt de ligging van de Bakkerscampjes
als volgt vermeld:"oostwaarts de gemene weg, zuidwaarts de cleyne Everwijn, westwaarts de koeweyde van den Rosendal en noord de Cadijk".
Met de gemene weg wordt de Quabbenburgerweg bedoeld.
Waarschijnlijk voor het eerst wordt hier Klein Everwijn bij naam genoemd. Uit
het bovenstaande en uit het feit dat "de cleyne Everwijn" al in 1768 als belending genoemd wordt, kan, zoals al
eerder geschreven is, de conclusie getrokken worden, dat Willem Harms (Herms) de
katerstede heeft gebouwd.
Jan Gerrits en Harmina Willems, de dochter van Willem
Harms, zijn er bij ingetrouwd of hebben het boerderijtje van Willem Harms
gekocht of gekregen. Tot nu toe is er helaas nog geen transportakte gevonden.
Het is interessant om te weten, dat Willem Jansen, de
zwager van Hendrikus de Wilde, op 16 mei 1815 (akte no. 49), het ouderlijk
huis van Hendrikus de Wilde koopt. Willem Jansen is 22 oktober 1814 getrouwd met
Heiltje(n) Jacobs de Wilde, een halfzuster van Hendricus.
Het ouderlijk huis van Hendricus is de voormalige
Bakkerscampjes, in 1815 Den Oord genoemd en gelegen ten noorden van
Klein Everwijn. Na het overlijden van Jacob Arents de Wilde in 1813 wordt dit huis
publiekelijk geveild en gekocht door Willem Jansen, geboren op Klein Everwijn.
Willem Jansen en Hendricus de Wilde waren zwagers en "ruilen" dus van huis.
18 december 1818 hertrouwt Hendricus de Wilde met Hendrika
Veldwijk, dochter van wijlen Hendrikus Veldwijk en Grietje Willems Schokkenkamp.
Maar eerst moet de nalatenschap van zijn eerste vrouw, Jenneken Gerrits/Jansen,
geregeld worden. Daartoe wordt o.a. op 1 december 1818 de inventaris van Klein
Everwijn getaxeerd [10].
"Ten
verzoeke van Hendrikus de Wilde, zo voor hemzelven, als in qualiteits als vader
en voogd over zijn minderjarigen zoon Jacob genaamd".
In tegenwoordigheid van Willem
Jansen, klompenmaker, wonende te Terwolde, als toeziende
voogd over Jacob. En in tegenwoordigheid van Gradus Smit, deurwaarder wonende te
Twello. Getuigen zijn Aalt Maassen van Zomeren en Willem Willemsen, landlieden,
beide wonende onder Terwolde. Na taxatie van de goederen in de keuken, in de
kamer, in de kelder, op de goot en op de deel, legt Hendrikus de Wilde in handen
van notaris Everts de eed af "van niets te hebben verduisterd, noch gezien, noch geweten
te hebben, dat iets verduisterd was van de goederen dezes boedels".
In de
keuken o.a.
"een
neerslaande tafel fl. 2.-, zes stoelen fl. 2.50, een vriesche klok fl. 9.-, een
jagtgeweer fl. 1.50, een glazekast fl. 6.-, een kerkboek fl 0.40, agt vlessen en
eenige kannetjes fl. 1.20, eenige vorken fl. 0.25, een koffiemolen fl.
0.60, een koperen schenkketel fl. 1.80, twe gordijnen en val fl. 1.80, twe
bedden, een peluw, twe kussens, twe dekens en twe lakens fl. 52.-, een blauw
kamisool fl. 2.-, een manchestersche broek fl. 2.50, een zwarte en een rode doek
fl. 1.10, een ronde hoed fl. 2.-, een paar zwarte en een paar grijze kousen fl.
1.10, twe vuurhaakjes, een blaaspijp, een tang, een vuurlepel fl. 1.70, een
haalketting en koffieketel fl. 2.70, een zilveren horlogie fl 8.-, een paar
zilveren schoengespen fl. 9.-, eenige bonen fl. 1.20".
In de kamer o.a.
"een
zilveren beugeltas fl. 10.-, een paar zilveren gespen fl. 4.-, een boek met
zilveren beslag fl.3.-, een zwart regenkleed fl. 2.50, een paarsch bont jak fl.
0.80, een bruin bont jak fl. 1.60, een baayen rok fl. 0.60, een oude woldoeksche
rok, fl.0.60, een zwarte kalminken rok fl. 2.40, een mandje met kindergoed fl.
1.20, drie witte doeken fl. 0.80, een paarsch bonte en een vriesche voorschoot
fl. 3.-, een kinderdekentje fl. 1.20, een hembd en een kussensloop fl.
0.80".
Op de goot o.a.
"een
karn met ijzeren banden fl. 5.-, drie melkvaten fl. 0.90, zes aarden schotels en
twe borden fl. 1.10, een schuimlepel en pannekoekmes fl. 1.50, twe oude
aschpotten en een dito fl. 1.50, een oud tonnetje met een waschkuip fl.
1.40".
In de
kelder o.a.
"eenige
rogge en eenige boekweit fl. 4.50 een vaatje met snijbonen fl. 3.-,
een melkton en drie vaten fl. 2.30".
Op de deel o.a.
"een zaadzigt, hiep en
hak fl. 0.90, een baktrog fl. 3.- ,een kastje met twe kussens fl. 2.- eenige
oude spullen en een ton fl. 0.30, een zijs met brandhaak fl. 1.80, een brake
fl. 0.40, eenig vlas fl. 6.50, een kist met appelen fl. 4.-, eenige ongedorste
weits fl.18.-eenige dito rogge fl. 2.50 eenig hooij fl. 25.-, een blaauw bonte
koeij fl. 50.-, een vaalbont kalf fl. 13.-, een varken fl. 18.-, vijf hennen en
een haan fl. 2.- een kruiwagen fl. 2.-, een melkzeef fl. 0.60, een wieg fl. 0.90,
eenigen aardappelen fl. 22.-".
Opmerkelijk is, dat een kist appels en "eenige aardappelen" meer waard zijn dan veel van het huisraad.
Gezaaij
op het land o.a.
"eenige
weite fl. 60.-, eenige rogge fl. 44.-, eenige raap fl. 7.-".
In de
kast in de keuken nog vergeten
"aan
contant geld fl. 2.- ".
Voordelige schulden o.a.
Van Arend Lubbers te Nijbroek wegens "verkogt gras" fl. 12.-
Van Willem Doornmole voor "gekogte peppelen" 78.- .
De voordelige schulden des boedels belopen in totaal de
somme van zeshonderd zes en veertig guldens, dus fl. 646.- .
Nadeelige schulden o.a.
Aan Willem Winand te Terwolde voor "gekogte weite" fl. 21.-.
Aan de ontvanger der directe belastingen fl. 15.-.
Aan de weduwe Willem Willems voor verdiend bouwgeld fl.
10.-
Aan Willem Fransen voor een paar schoenen fl. 2.-
Aan de heer Coenraad Kayzer wegens geleend geld fl.
150.-
"Zodat
de nadeelige staats des boedels beloopt de somme van een honderd agt
en negentig guldens, dus fl. 198.-". Men is bezig geweest van des middags één tot des avonds
zes uur. Na voorlezing wordt de akte getekend.
Handtekeningen m.b.t. de taxatie in 1818 van de inventaris
van Klein Everwijn.
Archief
van de gemeente Voorst te Twello (doop, trouw en begraafboeken,
bevolkingsregisters).
Mededelingen van de heer J. Lubberts van de Oudheidkundige
Kring Voorst en vrijwillig medewerker van het gemeente archief van Voorst.
Gelders Archief te Arnhem (GAA), oud rechtelijk archief en
notariële archieven.
Stadsarchief van Deventer.
Vredenberg, J.: Geschiedenis van Terwolde en Nijbroek.
Bibliotheek van de Oudheidkundige Kring Voorst, o.a.
aantekeningen van de heer J. Vredenberg betreffende akten uit de Protocolboeken
van het scholtambt Voorst en aantekeningen uit notariële akten van de
gemeente Voorst.
Artikelen in de Kroniek van de OKV.
Publicatie 12 van de Vereniging Veluwse geslachten:
Boerderijen en hofsteden in kaart gebracht.
Orgaan van de Vereniging van Veluwse geslachten, jaargang
12, 1987 no. 2.
Kadastrale atlas van Nijbroek 1832.
[1] Dit hoofdstuk bevat ook informatie uit hoofdstuk III en IV.
[2] Gelders Archief Arnhem (GAA) 0203/953/Terwolde f. 19
[3] GAA 0203/954/Terwolde f. 47
[4] Bev. Reg. Terwolde 17/86 deel 2
[5] Bev. Reg. Terwolde 17 /87 deel 2
[6] Bev. Reg. Terwolde 23 a/008
[7] Bev. Reg. Terwolde 23 a/71
[8] Zie blz. 94 uit het boek "Rondje Spekhoek"
[9] GAA 0203-952 Terwolde f.19
[10] Akte 147 / 1818 van Notariskantoor P.P.Everts te Twello