HOOFDSTUK III
Jacob Arents de Wilde ook
genaamd Jacob Dubben, Jacob Deubbe en Jacob Dubbe, timmerman, gedoopt te
Terwolde op 4 november 1736.
Hij heeft belijdenis gedaan aldaar op 11 april 1759.
Hij is geboren op de Backerscampjes (later
Den Oord genoemd), overleden aldaar op 2 september 1813, 76 jaar oud,
zoon van Arent Dobben de Wilde, timmerman en Driesjen Gerrits.
Jacob is ondertrouwd op 19 maart 1768 en
getrouwd op 29 maart 1768 in de kerk van Terwolde, op 31-jarige leeftijd (1)
met
Swaantjen Berends van de Ese
ook Zwaantje(n)
Berends van de Eeze/ Eese genoemd (21 jaar oud), gedoopt te
Terwolde op 24 april 1746.
Zij heeft belijdenis gedaan aldaar op 25
maart 1766, overleden op 17 april 1784 en begraven in de kerk van Terwolde op 21 april 1784, 37 jaar oud, dochter van Berend
Hendriks van de Ese, smid en Maria Jans Haverkamps.
Swaantje is de jongste dochter van Berend
Hendriks van de Ese en zijn vrouw Maria Jans Haverkamp. Berend Hendriks van de
Ese was "geërfde in de Veluwe", wat betekende dat hij grondbezitter
was. Swaantje woonde in de Swaan, een anno 2007 nog bestaand huis aan de
Dorpsstraat 102 in Terwolde.
Huwelijk
van Jacob en Swaentjen d.d. 29 maart 1768
Uit dit huwelijk:
1 Arend Dubbe ook
genaamd Arend de Wilde, gedoopt te Terwolde op 15 mei 1768,
belijdenis gedaan aldaar op 31 maart 1794, woonde in het jaar 1806 in het
"Nijgt op den Hoek". Dit is de boerderij den Oord op de hoek van de
Quabbenburgerweg en de Kadijk, overleden te Terwolde op 10 juni 1806 aan de
gevolgen van een "breuke", begraven te Terwolde op 14 juni
1806, 38 jaar oud.
2 Berent Dubbe ook
genaamd Berend, Barend en Berend de Wilde, ijzersmid
te Deventer, gedoopt te Terwolde op 30 juli 1769, woonde te Deventer in de Smedenstraat huis no. 1819 (gegevens
volkstelling 1829), overleden te Deventer op 19 oktober 1839 in de
Smedenstraat, huis no. 1033, 70 jaar oud.
Berent is getrouwd in de Bergkerk te Deventer
op zondag 21 november1802, op 33-jarige leeftijd (1) met Jenneken Milkman
(25 jaar oud). Zij is gedoopt te Deventer op 23 juli 1777, overleden te
Deventer op 17 januari 1810, 32 jaar oud, dochter van Jan Melkman, (j.m.
van Gildehuis in 1774) en Derkjen Tijink, jongedochter(1774). Er worden
4 kinderen geboren.
Berent is voor de tweede maal getrouwd te
Deventer op 4 oktober 1810, op 41-jarige leeftijd met Willemina Kappelhof,
41 jaar oud, gedoopt te Deventer op 18 juni 1769, dochter van Jacobus
Kappelhof en Johanna Berendina Leenders. Willemina is in 1810 nog
niet eerder getrouwd geweest.
3 Dries de Wilde ook genaamd Dries
Dubbe,
smid. Gedoopt op 13 januari 1771 te Terwolde. Hij is getrouwd in de kerk van
Terwolde op 22 februari 1801 met Aaltje Willems. Aaltje is
gedoopt in Terwolde op 1 december 1773 en aldaar overleden op 13 december 1836. Zij is een dochter van Willem
Hendriks en Jenneken Harms. Dries woonde van 1796 tot 1799 in
Deventer en in 1808 woont het gezin van Dries en Aaltje op het Nijget (= nieuw getimmerte) bij
Smitstee. Dit adres wordt vermeld bij het overlijden van twee kinderen in 1808
en 1811. Dries is overleden in Terwolde
B23 op 28 april 1850, 79 jaar oud. Er zijn 8 kinderen geboren uit het huwelijk van
Dries en Aaltje. Dries de Wilde, is evenals zijn grootvader, Berend Hendriks
van de E(e)se, smid in Terwolde. Hij levert in 1808 samen met H. Sarink, smid,
18 brandhaken aan de brandweer van Terwolde. In 1825 tekent hij de
kerkerekeningen van de Nederlands Hervormde kerk in Terwolde als notabel. In
latere jaren is hij ouderling. In 1827 huurt hij een bank ( no. 18) in de kerk
voor fl. 6.00
4
Maria de Wilde ook genaamd Maria Dubbe, geboren te Terwolde op 1
oktober 1772, gedoopt aldaar op 4 oktober 1772, overleden te Epe op 30 december
1856, 84 jaar oud. Maria is getrouwd te Epe op 11 mei 1806 met Hendrikus
Scholten, overleden voor 1811. Maria trouwde voor de tweede maal in Epe op
29 maart 1811, akte no. 1, op 38-jarige leeftijd met Gerrit Scholten, 29 jaar oud, broodbakker in Epe
(1815) en administrateur in Oene (1854). Gerrit Scholten is gedoopt te Oene op
29 januari 1782 en overleden te Oene op 25 april 1854, 72 jaar oud, zoon van Gerrit
Scholten en Willempje de Weert. Uit het eerste huwelijk zijn twee
kinderen geboren.
In
het Gelders archief is een akte, dat Maria en Hendrik Scholten op 11 maart
1808,
1 ½ morgen
hooiland kopen, achter Het Hogewold. Het Hogewold is een buurtschap
in het noorden van Nijbroek. De belending is: west
de Nieuwe Wetering, noord de diaconie van Epe, oost de Middendijk, zuid Wichman
Jacobs.
5 Hendricus de Wilde
ook genaamd Hendrijcus de Wilde en Hendrikes Dubbe (1801),
landman, geboren te Terwolde op 25 augustus 1774 op de Backerscampjens, later
den Oord genoemd, gedoopt aldaar op 28 augustus 1774 (doopgetuige was Fenneken
van de Ese, een zuster van zijn moeder). Zie Hoofdstuk IV en IX.
6 Garrit de Wilde,
geboren op 29 mei 1776, gedoopt te Terwolde op 30 juni 1776, overleden voor
1784, hoogstens 8 jaar oud.
7 Jan Haverkamp de
Wilde, geboren op 9 december 1777, gedoopt te Terwolde op 14 december 1777,
overleden voor 1784, hoogstens 7 jaar oud.
8 Magtelt de Wilde,
geboren op 5 oktober 1779, gedoopt te Terwolde op 10 oktober 1779 (doopgetuige
was Hendersjen Willems), overleden te Deventer op 7 juli 1789. In het
begraafboek van de Lebuinuskerk in Deventer vinden we op 10-7-1789: "voor
het uitbrengen van een kind, genaamd Mechteltje, van Jacob Dubbe na Terwolde 2
gld. 2 st." . Zij is bij haar overlijden 9 jaar.
9
Lammerdina de Wilde, geboren op 7 oktober 1781, gedoopt te Terwolde op 14 oktober 1781,
overleden voor 1784, hoogstens 3 jaar oud.
10 Gerrit
Jan de Wilde ook genaamd Gerrit Jan Dobben en Gerrit Jan Dubbe,
smid, geboren 2 december 1782 en gedoopt te Terwolde op 8 december 1782
(doopgetuige was Geesken Derks), woonde te Deventer in het jaar 1815,
overleden aldaar in het jaar 1848, akte 194, 66 jaar oud.
Gerrit Jan is getrouwd te Deventer op 12 mei 1814, akte 20, op 31-jarige leeftijd met Elisabeth Theodora van Goor (ongeveer 26 jaar oud), geboren te Deventer rond 1788, dochter van Jan Willem van Goor en Maria Hendrika Kerkeling, schoolmeester.
Gerrit Jan heet bij zijn huwelijk Gerrit Jan Dobben. Uit de gegevens van de volkstelling van 1829 (13/76) blijkt dat Gerrit Jan woont in de Smedenstraat in het huis no.1811, niet ver van zijn oudere broer Berend. Er zijn twee kinderen geboren uit dit huwelijk.
Overlijden van Zwaantjen op
17 april 1784, begraafboek van Terwolde.
Na
het overlijden van Zwaantjen is Jacob ondertrouwd te Terwolde op 25 november
1785 en voor de tweede maal getrouwd op 18 december 1785 in de kerk, op
49-jarige leeftijd met Willemijna de
Groot ook genaamd Willemijna Jansen de Groot, "onlangs
gewoond hebbende te Deventer dogthans mede onder Terwolde", ongeveer
30 jaar oud.
Willemijna de Groot moet omstreeks 1755 geboren zijn. Zij is bij haar dood in
1822,
67 jaar oud. Naar haar doop is gezocht in de
doopboeken van Twello, Terwolde, Nijbroek, Deventer, Wilp en Olst, maar tot nu
toe niet gevonden. Ze is overleden in
Terwolde op 28 april 1822, 's avonds 8 uur in huis C no 31. In haar sterfakte
staat dat ze een dochter is van Jan
de Groot en Heiltjen van Beek. Bij het tekenen van allerlei aktes
blijkt dat ze niet kan schrijven.
In het lidmatenboek van Terwolde staat: "Willemijna Jansen de Groot aangekomen met attestatie van Deventer den 20e november 1786". Zij heeft zich dus pas een jaar na haar huwelijk met Jacob Dubbe over laten schrijven naar de kerk in Terwolde.
Uit dit huwelijk:
11 Steven de Wilde,
ouvrier(1813), landman (1815), "doende boerenwerk"(1820) en
daghuurder (1872), geboren op 4 april 1787 in Terwolde, gedoopt op 8 april
1787. Steven heeft tijdens zijn eerste huwelijk op de Rozendal in Terwolde
gewoond. Vanaf 1815 tot in ieder geval 1848 (Bev.Reg.6/ 122) op D3
(Quabbenburgerweg, naast Klein Everwijn). Rond 1850 (Bev.Reg. 10/ 107) woonde
hij op C13a. Verder staat nog D 27 vermeld. Overleden in Terwolde op 24
augustus 1872, 85 jaar oud.
Steven is getrouwd te Terwolde op 20
september 1811, op 24-jarige leeftijd (1) met Lubbertje Jansen Scholten
(54 jaar oud), geboren te Terwolde op 10 januari 1757, overleden aldaar op 9
april 1815, 58 jaar oud, dochter van Jan Scholten en Jenneken Jans.
Na de dood van Lubbertje wordt de inventaris van de Rozendal beschreven en
publiekelijk geveild (akte no. 30 / 1816, Notariskantoor P.P.Everts te Twello)
Steven is
voor de tweede maal getrouwd in Twello- gem. Voorst op 23 september 1820
op 33-jarige leeftijd met Willempje Hendriks van Essen ook genaamd Willempje
Lubberts en Willemina van Essen, (23 jaar oud), dienstmeid,
geboren te Heerde op 10 november 1796, wonende te Terwolde (1820), overleden te
Terwolde op 16 januari 1859 (62 jaar oud), dochter van Hendrik Lubberts
(veldwachter) en Anna Willems.
Steven de Wilde koopt 28
november 1820 voor 20 gulden een kabinet uit de boedel van Jan Hendriks,
daghuurder te Terwolde.
Steven is voor de derde maal getrouwd in Twello-gem.
Voorst op 23 juli 1859, op 72-jarige leeftijd met Gardina Marks, 53 jaar
oud, geboren te Vorden in het jaar 1806, overleden in Terwolde op 20 december
1877, 71 jaar oud, dochter van Hendrik Marks en Janna Voermaagh.
Gardina is eerder getrouwd geweest met Jan
Knippenberg, overleden voor 1859.
Steven heeft één dochter uit zijn tweede
huwelijk.
12
Jan de Wilde ook genaamd Jan
Jacobs de Wilde en Jan Dubbe, timmerman (1815), geboren te Terwolde op
19 mei 1788, gedoopt aldaar op 25 mei 1788.
Jan is getrouwd in de gemeente Nijbroek op 22
oktober 1814, op 26-jarige leeftijd met Lamberdina Hendriks de Ruiter,
22 jaar oud, geboren te Nijbroek op 21 oktober 1792, gedoopt aldaar op 28
oktober 1792, dochter van Hendrik Jans de Ruiter en Geertrui Gerrits
Fransen. Uit dit huwelijk zijn 12 kinderen geboren. Het gezin woonde in
Terwolde, C35 ( 1822). Dit adres staat vermeld in de geboorte akte van Martinus en Gerrit. In 1838 woonde men op B
39 (Bev.Reg. 4/112). Tussen 1850 en 1860 op C44 (Bev.Reg. 10/152). Jan is
overleden op 22 juli 1851, 63 jaar oud.
13 Martijnus de Wilde,
geboren te Terwolde op 21 maart 1790, gedoopt aldaar op 28 maart 1790,
overleden voor 1813, hoogstens 23 jaar oud.
14
Heiltje de Wilde ook genaamd Heiltjen
Jacobs de Wilde, geboren op 22 maart 1792, gedoopt te Terwolde op 25
maart 1792, overleden aldaar op 8 mei 1861, 69 jaar oud.
Heiltje is getrouwd in de gemeente Nijbroek
op 22 oktober 1814, op 22-jarige leeftijd met haar buurjongen Willem Jansen
ook genaamd Willem Jans, 33 jaar, klompenmaker, geboren op 11
oktober 1781, gedoopt te Terwolde op 14 oktober 1781, overleden in Terwolde op
21 november 1850, zoon van Jan Gerrits en Hermina Willems. Uit
het huwelijk van Heiltje en Willem zijn 7 kinderen geboren.
Het gezin van Heiltje en Willem woonde van 1815 tot 1820 op
D1. Dit is de boerderij Den Oord op de hoek van de huidige
Quabbenburgerweg en de Kadijk. Dit is het ouderlijk huis van Heiltje, dat door
Willem Jansen en Heiltje wordt gekocht na de dood van Heiltje's vader. Het huis wordt in 1820 weer verkocht. Daarna
woont het gezin op het adres C34. In het bevolkingsregister 2/164 staat A5
vermeld en ten slotte nog C46 a (Bev. Reg. 10/147). Het adres na 1850, dus na het overlijden van Willem
Jansen is C35 (Bev.Reg.10/26).
Willem Jansen en Heiltje de Wilde waren de
laatste eigenaren van de katerstede Op den Oord, voordat ze deze in 1820
verkochten aan Willem Wolters en Hendrika Wybbelink. Zij kopen Den Oord op 16
mei 1815 uit de boedel van wijlen Jacob Arents de Wilde, de vader van Heiltje.
Ze zijn dus maar vier jaar eigenaar van deze katerstede geweest.
Zie hoofdstuk VIII: "Geschiedenis van
de Backerscampje(n)s of Den Oord in Terwolde".
15 Jacob de Wilde,
geboren op 31 augustus 1793, gedoopt te Terwolde op 1 september 1793.
Van Jacob is geen huwelijk
gevonden in de provincie Gelderland.
16 Willem de Wilde,
daghuurder, geboren op 28 maart 1796, gedoopt te Terwolde op 3 april 1796.
Willem is getrouwd te Twello-gem. Voorst op 17 september 1825 aktenummer 40, op
29-jarige leeftijd met Hendrika Nijhof, 21 jaar oud, dienstmeid (1825),
geboren te Nijbroek op 11 november 1803, wonende te Terwolde (1825), dochter
van Jan Jan(s)sen Nijhof(f),
landman en Gerritje Willems.
Er zijn 7 kinderen geboren. Het gezin heeft gewoond aldaar in het jaar
1833 op E15 (Bev.Reg. 4/148 ).
Dank zij de Protocolboeken
van het Scholtambt Voorst, die bewaard worden in het Gelders archief te
Arnhem en waarin transportakten en
akten van geldleningen zijn te vinden, ben ik heel wat aan de weet gekomen over
de financiële handel en wandel van mijn voorvader Jacob Arents de Wilde. Op 20 oktober 1768 kopen Jacob en Swaantje
het ouderlijk huis van Jacob, de Caterstede Bakkers Campjens [1]
voor "vijff Honderd Gld
vrij geld ".
25 juli 1769 worden 450
guldens geleend van Martinus van Doorninck, secretaris van de stad
Deventer. Deze lening [2] wordt 14 februari 1775 geroyeerd.
Verkoop Backerscampjens
1768
Korte samenvatting van de
verkoopakte:
20 oktober1768 kopen Jacob Arends de Wilde, ook
Jacob Dubbe genoemd, en Zwaantjen Berends
de Bakkerscampjes "met desselfs getimmerte daarop staande"
van de ouders van Jacob, Arend Dubben de Wilde en Driesjen Gerrits. "Oostwaerds
de gemene weg, Zuidwaerds de cleyne Everwijn, Westwaerds de koeweijde van
Rosendal, Noord de Cadijk, groot ongeveer 2 1/3 morgen, sijnde vrij allodiaal
en onbeswaard goed". De koopprijs is 500 gulden. De akte is getekend
door Reinder Berends, "geërfde in Veluwen", Arend G.
Boode,"geërfde in Veluwen" , Arend Dubbe ("dat Arend Dubben
"A" dit tusschen staande merk en segel heeft gezet verclaren wij
ondergetekende segelaers" en Driesjen Gerrits ("dat Driesjen
Gerrits dit "D"merk en segel selfs heeft geset verclaren wij
ondergetekende segelaers"). De akte is geprotocolleerd door C. van
Haastenburg, "protocolhouder des Amptes Voorst" op 22 oktober
1768.
Uit de belending, die in
deze akte wordt genoemd, mogen we de conclusie trekken, dat de Backerscampjens
ligt op de hoek van de huidige Quabbenburgerweg en de Kadijk
Op 10 juni 1779 overlijdt de moeder van
Swaantje, Maria Jans Haverkamp, echtgenote van Berend Hendriks van de Ese.
Berend Hendriks van de Ese, gaat 16 december 1780 in ondertrouw met Hendrina
Berends, inwoonster van Wilp en weduwe van Henricus Teunissen. Hij
trouwt 4 maart 1781 in Wilp en gaat daar wonen. Later is hij naar Deventer
vertrokken, want we lezen in het begraafboek van de Broederenkerk op 14 april
1794:"Barend van der Eese 's nagts begraven in den kerk uyt den
Bagienenstraat" Hij heeft vanaf 1758 tot 1781 in de brouwerij en "smeehuys"
de Swaan [3]
in Terwolde gewoond. Berend Hendriks van de E(e)se verkoopt [4]
de Swaan samen met zijn tweede vrouw en
zijn vijf, nog in leven zijnde, kinderen, waaronder dus Swaantje, en hun
echtgenoten op 16 mei 1781 ( datum transport 21-11-1781) aan "Derk Jan
Dibbets en desselvs erven" voor 3718 gld. Eveneens op 16 mei 1781 (
transport 21-11-1781) verkopen dezelfde personen een stuk "uyterwaardt,
weylandt en twijgwaard" [5]
bij 't Blokhuis in Terwolde aan de heer Siebrand de Schepper, burgemeester van
Deventer en zijn echtgenote, voor 4422 gld. Het is waarschijnlijk dat Jacob en
Swaantje hun deel van het geld krijgen, omdat Swaantje's moeder overleden is en haar vader voor de tweede
maal is getrouwd.
2 Februari 1781, dus nog vóór de verkoop van de uiterwaard en het huis, lenen [6] Jacob en Swaantje 300 gld. en wel van Gerhard Everts, "scholtis des amptes Voorst" met als onderpand "Bakkerscampjes off 't Witte Kruys off 't Nieuw getimmer op den Bellert". Met de topografie en de namen wordt het, zo te zien, niet zo nauw genomen. 't Witte Kruys is een katerstede, die een eindje verderop langs de Quabbenburgerweg ligt en de Bellert is een boerderij schuin tegenover de Bakkerscampje(n)s aan de Kadijk. Deze lening wordt 15 november 1793 weer afgelost, waarschijnlijk met 300 gld., die 28 juni 1793 geleend worden van Wilm Ankersmit en Heyltje Jacobs Bredenoort [7].
In de zestien jaren van hun huwelijk worden
10 kinderen geboren, waarvan er in drie maanden tijd drie overlijden. In het
begraafboek van Terwolde vinden we: Jacob Arents de Wilde begraaft een kind in
Terwolde op 15-11-1781, op 3-2-1782 ("op baar gedragen")
en op 9-2-1782. De namen van de
kinderen worden niet genoemd. Twee jaar later, 12 april 1784, sterft zijn vrouw Swaantje en
Jacob blijft met 7 minderjarige
kinderen achter.
Later, op 7-7-1789, overlijdt Mechteltjen, 9 jaar oud, in Deventer. Zij wordt op 10-7-1789 in de kerk van Terwolde begraven. Er heerst in die jaren op de Veluwe de "Rode loop" (Zie blz. 43) .
Op 12 augustus 1784 (transportdatum), dus
vier maanden na de dood van Swaantje, kopen Jacob Arents Dubbe en zijn kinderen
het Remerland[8]: "Huys, Hoff, zaay en weyland
grood ongeveer twee mergen het Remerland genaamt gelegen in het Overbroek onder
het Nyebroek. Oost de Middeldijk, West de armen in loco, Zuyd Hendrik Warners Strijpe , Noord Engbert Gerrits en Jacob Herms ende sulx
voor eene summa van agthondert en negentig caroli guldens ad 20 stuyver het
stuk". In de transportakte van 12 augustus 1784 lezen we, dat Jacob Arents
Dubbe het Remerland koopt van de volgende personen:
"Derk Jansen en
Jenneken Lamberts Ehel. ende bekenden op den 28 november 1783 verkocht te
hebben en uyt dien hoofd al nu te cederen en te transporteren aan Jacob
Arents Dubbe en zijne seven
kinderen bij wijlen Zwaantje van de Eze ehelijk verwekt, haarlieden plaatsje
het Remerland genaamt".
Toen Jacob Het Remerland op 28 november 1783 kocht leefde Swaantje dus
nog. Om aan het benodigde geld te komen
leent hij van de diaconie in Terwolde 600 gulden.
"met speciale
approbatie [9] van het Hoogadelijk Landgerigte in de Banne
van Voorst de dato 12 juny 1784, 600 caroli gulden ad 20 stuijver het stuck van de Diacony van Terwolde" met Het Remerland als onderpand. En op 26 augustus 1784 leent [10] hij nog eens 200 gld. van zijn zwager en
schoonzuster Hermannus Hagen en
Fenneken van de Eese.
Op 22 januari 1785 stelt de landdrost
van Veluwe twee voogden aan nl. Hendricus Hendriks en Jannes Scholten.
Hendricus Hendriks is de echtgenoot van Willemina Arents de Wilde, een
halfzuster van Jacob. Jannes (Johannes) Scholten is waarschijnlijk de zwager
van Jacob Arents de Wilde, getrouwd met Christina Berends van de Eese. Zij
verborgen de momberschap, d.w.z. dat alle roerende en onroerende goederen
worden beschreven en getaxeerd om het erfdeel van de kinderen vast te
kunnen stellen.
In het Gelders Archief te Arnhem heb ik lang
gezocht naar de momberschapverborging, maar tot nu toe nog niet gevonden. Uit
het taxatierapport van de roerende goederen op 28 september 1813, na het
overlijden van Jacob Dubbe blijkt, dat het moeders erfdeel van de kinderen van
Jacob en Zwaantje, 133 gulden en 9 stuivers bedraagt.
In de "Geschiedenis van Terwolde en
Nijbroek", blz 89, van J. Vredenberg lezen we:
" In 1784 vonden de
geërfden, dat de begroting, die door de timmerman Jacob Dobben was ingediend,
om nieuwe bruggen te maken, te hoog was. De bruggen zouden door Berent Hendriks
en Jannes Mulder nader bekeken worden, waarna ze rapport zouden uitbrengen. In
1785 meldden ze, dat ze de bruggen op 293 gld. en 4 stuivers getaxeerd hadden,
maar dat Jacob Dobben daar geen genoegen mee nam. Hij vond, dat de beide
geërfden partijdig waren en hij kwam met een taxatie van twee stadstimmerlieden
uit Deventer, die de bruggen op 406 gld. hadden geschat. Mulder en Hendriks
meenden evenwel, dat deze prijs niet voldoende gespecificeerd was, en ook de
kwaliteit van het materiaal niet aangegeven was. Tenslotte werden partijen het eens over een som van 354 gld., buiten
de teer, spijkers en bouten, die apart ten laste van de geërfden zouden komen
".
18 december 1785 trouwt Jacob Dubbe voor de
tweede maal met Willemina de Groot. Tot
nu toe is het nog niet gelukt haar doop te vinden. Uit haar sterfakte, ze is 28
april 1822 in Terwolde overleden, blijkt dat ze een dochter is van Jan de
Groot en Heiltjen van Beek. Ze is omstreeks 1755 geboren en is bij
haar huwelijk ongeveer 30 jaar oud en afkomstig uit Deventer. In april 1787
wordt het eerste kind uit dit huwelijk
geboren en in de loop van de volgende jaren volgen er nog vijf. Al met al is
Jacob Arents de Wilde dus vader van 16 kinderen geworden.
In 1793 wordt er weer 300 gulden geleend[11].
Nu van Wilm Ankersmit en Heyltje Bredenoort met als onderpand "
katerstede de Bakkerscampjes off 't Witte Kruys off het Nieuw Getimmer
op den Bellert". Met de namen wordt het niet zo nauw genomen!
20 juni 1801 wordt opnieuw 300 gulden geleend
[12]
van Wolter Tweeckel en Maria Barghaege. Als onderpand wordt
genoemd "de hofstede op ten Oord, gelegen in de ampte van
Voorst, kerspel Terwolde aan de Creygrave". Hier wordt voor het eerst
de naam den Oord gebruikt. Uit latere akten blijkt dat den Oord en de
Backerscampjens identiek zijn. Deze lening wordt 19 juni 1803 geroyeerd,
waarschijnlijk met de 300 gld., die een dag eerder geleend [13]
worden van "de voogden van
Hendrik Melkman, de unmundige zoon van Jan Melkman en Derkjen Tyink".
We hebben hier te maken met de broer en de ouders van Jenneken Milkman, de
echtgenote, sinds 21 november 1802, van Berend Dubbe, zoon uit het eerste huwelijk
van Jacob Dubbe. Als onderpand wordt weer genoemd "hun catersteede genaamd Op ten Oord, bestaande
uit huis en verder getimmerte, voorts hoff, bouw en weydland tesamen groot ca.
3 morgen gelegen in de ampte van Voorst, kerspel Terwolde aan de Caade".
Toen de Oord 14 maart 1815 verkocht moest worden, bleek uit die akte dat de
ligging was: Oost de gemene weg,
Noord de Kadijk, West Gerrit Hoebrink, Zuid Hendrikus de Wilde ( die op
Klein Everwijn woonde) . Omdat de ligging van Klein Everwijn precies bekend is
(zie tekst bij Hendrikus de Wilde, hoofdstuk IV), mogen we concluderen dat de
Bakkercampjes en de catersteede De Oord identiek zijn, nl. het pand op de hoek
van de huidige Quabbenburgerweg en de Kadijk.
Jacob Dubbe is nog tot op hoge leeftijd
werkzaam als timmerman. In het stadsarchief van Deventer is een rekening uit
1806, voorzien van zijn handtekening, gevonden. Hij is dan 70 jaar oud.
In datzelfde jaar overlijdt Arend, de oudste
zoon, aan de gevolgen van een "breuke".
Waarschijnlijk is Arend ook timmerman,
misschien is hij van een ladder gevallen. Nu leven nog maar 5 van de 10
kinderen uit het eerste huwelijk met Zwaantje
van de Ese.
Op 2
september 1813 overlijdt Jacob. Zes
weken later, op 18 october, trouwt zijn bijna veertig jarige zoon Hendricus met
zijn veertien jaar jongere buurmeisje. Ik vraag me af wat de reden is, dat
Hendricus en Jenneken Jansen zo lang gewacht hebben met hun huwelijk. Zou Vader
Jacob het niet eens geweest zijn met deze echtverbintenis? Jammer, dat daar
niets van te vinden is in de Protocolboeken of het notarieël archief. Wel lezen
we in het boek "Geschiedenis van Terwolde en Nijbroek" van de heer J.
Vredenberg, dat het roerige tijden zijn. De Fransen maken de dienst uit. In
1810 wordt Nederland een deel van het Franse Keizerrijk. Dit betekent, dat de
jongemannen in het Franse leger moeten dienen en meevechten in de oorlogen van
keizer Napoleon. De verplichte loting of conscriptie wordt ingevoerd. In
oktober 1813 wordt Napoleon bij Leipzig verslagen. De bevrijding komt
dichterbij en overal slaan de franse troepen op de vlucht voor de Russen en de
Pruisen, de zogenaamde "bevrijders". Maar in Deventer houden de
Fransen zich staande. Dit betekent, behalve voor de stad Deventer, ook voor de
dorpen rondom veel ongerief. Kozakken zijn ingekwartierd bij de burgerbevolking
met alle gevolgen van dien. Er doen nog lang "sterke" verhalen de
ronde over deze "bevrijders".
Ze vorderen enorme hoeveelheden voedsel en drank. Ook huisraad en sieraden worden geconfisqueerd. Daarbij komt nog dat
men in de winter van 1813/1814 geplaagd wordt door zowel hoog water als strenge
vorst. De bevolking lijdt honger en kou. Door het nieuwe Nederlandse bestuur
over Gelderland wordt op 25 februari 1814 brood, vlees en jenever uitgedeeld.
Van Terwoldse zijde probeert men de Kadijk door te steken, maar de Nijbroekers
weten dit te verhinderen. De familie de Wilde woonde op de hoek van de Kadijk
en de Quabbenburgerweg, vlak bij Nijbroek, dus is daar zeker bij betrokken
geweest.
Sterfakte
van Jacob Arents de Wilde
2 september 1813 overlijdt Jacob Dubbe. Zijn
erfenis moet verdeeld worden. Er zijn vele erfgenamen. Uit zijn twee huwelijken
heeft Jacob Dubbe 16 kinderen, waarvan er
in 1813 nog 10 in leven zijn, waaronder drie minderjarigen. Al op 11
september vindt er een familieraad plaats onder voorzitterschap van Mr. M.J.
Vitringa," Vreden-Regter van het canton Twello".
Hierbij wordt Steven de Wilde, landman, wonende in Terwolde aangewezen als
voogd van Heiltje, Jacob en Willem de Wilde, de minderjarige kinderen van Jacob
Dubbe en Willemina de Groot.
28 september 1813,"des voormiddags
ten zeven uren" wordt een begin gemaakt met de taxatie [14]
van de roerende goederen. "Tot bewaring der regten van partijen
en van alle anderen, die daarbij belang mogen hebben, wordt door Meester Philip
Pelgrim Everts, Keizerlijk Notaris in het canton Twello, Arrondissement Arnhem,
Departement van den Boven IJssel, residerende te Twello " en in tegenwoordigheid
van belanghebbenden en getuigen overgegaan tot de inventarisatie en
beschrijving van alle meubelen, gereedschappen, klederen, linnen, zilverwerk, "gereed"
geld, "voordelige schulden "en "nadelige schulden des
boedels" en in het algemeen van alle goederen behorende tot de
gemeenschappelijke boedel "zijnde dezelve gevonden in een huis no 97, Op den Oord genaamd,
gelegen in de gemeente Terwolde". De belanghebbenden zijn,
behalve Willemina de Groot, weduwe van Jacob Dubbe en haar drie minderjarige kinderen,
(Heiltje, Jacob en Willem), Steven de Wilde, landman en Jan de Wilde,
timmerman, meerderjarige zonen uit het tweede huwelijk. Verder nog de kinderen
uit het eerste huwelijk van Jacob Dubbe met Swaantje van de Eze. Deze zijn:
Ba(e)rend de Wilde, ijzersmid, wonende te Deventer, Dries de Wilde, ijzersmid
te Terwolde, Hendrikus de Wilde, bouwman te Terwolde, Gerrit Jan de Wilde, smid
te Deventer en Gerrit Scholten, broodbakker te Epe, gehuwd met Maria de Wilde.
Getuigen zijn Willem Jansen, klompenmaker te Terwolde en Cornelis Hendriks,
bouwman onder 't Nijebroek. Het taxatierapport wordt opgemaakt in franse francs
en centimes, alsook in guldens, stuivers en penningen Hollandsch Courant. In de
boedel berust nog het moeders erfdeel
ter grootte van 133 guldens 9 stuivers van
Maria, Hendrikus en Gerrit Jan. Dit is dus aan hen niet uitgekeerd na de
dood van hun moeder Swaantje van de Ese. Men is bezig geweest met de taxatie
van 's morgens zeven tot 's avonds zes uur.
De "voordeelige Staat des boedels"
beloopt de som van 2869 francs 18
centimes of 1366 guldens 5 stuivers en 2 penningen. Daaronder is begrepen een
bedrag van 63 guldens 2 stuivers, dat Jacob Dubbe nog te vorderen heeft van de
geërfden van Terwolde voor reparaties aan de bruggen uit de jaren 1811, 1812 en
1813. En 12 guldens 7 stuivers en 2 penningen van de geërfden van "het
Nijebroek"voor reparaties aan de bruggen in 1812. Ook wordt een bedrag
aan contanten vermeld van 12 guldens.
"De Nadeelige Schulden des Boedels",
waaronder de erfdelen van Maria, Hendrikus en Gerrit Jan bedraagt 2244 francs
42 centimes of 1068 guldens 15 stuivers en 4 penningen Hollandsch Courant. Bij
de nadelige schulden worden ook de pacht van een stuk bouw en weideland van de
diaconie in Nijbroek vermeld, evenals de pacht van een stuk zaailand, de
Kerkenhofstede, in Terwolde en de pacht
van een stuk zaailand in Nijbroek, eigendom van Albertus Lammers te
Deventer. Interessant is ook, dat "chirurgijn Heitink" uit
Deventer nog een vordering heeft voor gedane visites van 23 guldens en "Apothecar
Keyser" voor geleverde medicijnen van 22 guldens en 6 stuivers. Jacob
Dubbe is dus waarschijnlijk enige tijd ziek geweest. De begrafeniskosten
bedragen 14 gulden. Ook is er nog een schuld aan Gerrit Bunschoten voor
geleverde tabak in 1810, van 90 gulden. Er werd blijkbaar stevig gerookt! Per
saldo blijft er van de boedel een
bedrag van ongeveer 297 gulden 10
stuivers over. Na afloop van de taxatie legt Willemina de Groot in handen van
de notaris de eed af "van niets te hebben verduisterd noch
gezien noch geweten te hebben, dat iets verduisterd was van de goederen
dezes boedels". Alle in de inventaris vermelde goederen zijn gebleven
onder de bewaring van Willemina de Groot, "die zich daarmede belast en
aanneemt om dezelve op te leveren of te verantwoorden, daar en aan wien
het behoren zal" Tenslotte zetten allen hun handtekening, behalve
Willemina de Groot, die verklaart dat zij niet kan tekenen.
Handtekeningen onder de akte
d.d. 28 september 1813
De verkoop van gereedschappen, vee en
huisraad vindt plaats op 29 juni 1814 en wordt
de volgende dag voortgezet. Er komen geen gegadigden opdagen, dus wordt
de verkoping uitgesteld tot 25 juli, "om tegelijk met het verkoopen van
zaad en gras, alsmede van boomen voortgang te hebben" De opbrengst
van 29 juni bedraagt 917 gulden en 4 stuivers. Op 25 juli 1814 is de opbrengst
472 gulden 15 stuivers. Bij de verkoop is zaad en gras van de Steunenberg, het
Verbrande erf, het Armenland, de Oord, het Kerkenkampje en de Kerkenhofstede.
Veel wordt gekocht door Hendrikus de Wilde. Elke koper heeft borgen aangesteld.
Veel terugkerende namen bij de kopers
zijn die van Hendrikus, Jan en Dries de Wilde, Willem Jansen en Jan Albers
Sleef.
Behalve roerende goederen is er ook nog het
onroerend goed[15]. Dit zijn
De Oord in Terwolde en Het Verbrande erf in Nijbroek. Omdat deze goederen niet
in natura kunnen worden verdeeld, worden ze bij rechterlijk vonnis publiek
verkocht. De erfgenamen zijn dezelfde personen, die bij de taxatie van het
roerende goed op 28 september 1813 betrokken zijn. Maar in deze akte staan een paar storende fouten. In de akte staat
o.a. "ter ene zijde Gerrit Jan de Wilde, smid te Deventer, Steven de
Wilde, landman en Jan de Wilde, timmerman, beiden wonende te Terwolde,
meerderjarige kinderen van Jacob Arents de Wilde en Willemina de Groot".
Maar… Gerrit Jan is een zoon uit het eerste huwelijk van Jacob met Swaantje van
de Eese en wordt dus verkeerd vermeld! Ook is er sprake van Barend de Wilde, dit moet zijn Berend de Wilde of
Berend Dubbe, ijzersmid te Deventer. Verder worden de minderjarige kinderen genoemd nl. Heiltjen, Jacob en
Willemina. Maar Willemina is een zoon
met de naam Willem!
Het onroerend goed wordt als volgt omschreven: "Den
Oord met huis no. 97, bakhuis en koornberg, 2 morgen 435 roeden hof,
bouw en weiland, met aanschot, schotwilgen, eiken, essen en peppels, Oost de
gemeneweg, Noord de Kadijk, West Gerrit Hoebrink, Zuid Hendrikus de Wilde, door
Jochem Derks Hovenek geschat op 1550 gulden 6 stuivers 2 penningen. Belast met
3 roeden Ysseldijk, 3 roeden Terwoldse Wetering en 2 roeden Kraaigrave. En een
stuk bouw- en weideland: Het Verbrande Erf, Oost de Middeldijk, Noord
Hendrikus van Essen, West de Diaconie van Nijbroek, Zuid de Strieppe, groot 1 morgen 440 roeden.
Geschat op 644 guldens 1 stuiver en 14 penningen. Belast met 3 roeden
IJsseldijk, 3 roeden Velderweg, 11 roeden Middeldijkse Wetering, enige roeden
Voorgang en Omslag en Tijns aan Monnikhuizen 1.15.- per jaar".
Op 14 maart 1815 (akte 28) geven de erfgenamen de memorie
van lasten en koopvoorwaarden( 16 stuks) van
"ongerede" goederen aan notaris Mr. P.P. Everts te
Twello, in bewaring. Dit gebeurt ten huize van Steven de Wilde op De Rozendal
te Terwolde. Getuigen zijn Jannes Jansen, bouwmansknecht en Gijsbert
van de Berg, daghuurder te Terwolde. Allen tekenen, behalve Willemina de
Groot, die haar handmerk zet.
Handtekeningen uit akte no. 28
d.d. 14-3-1815
24 April
worden de goederen bij brandende
kaarsen ten verkoop gehouden en 16 mei (akte 49) volgt de laatste bieding, weer
bij brandende kaarsen.
M.b.t. het eerste perceel: "Men heeft verscheiden
waschlichten het een na het ander aangestoken, elk een minuut brandende
en gedurende het branden derzelve heeft Willem Jansen, klompenmaker, wonende
onder Terwolde geboden de somme van 1555 guldens en heeft na gedane voorlezing
alhier getekend".
En aangezien niemand hoger
heeft willen bieden en dat na het laatste bod drie waschlichten, het een na het
ander aangestoken, zijn uitgegaan zonder dat iemand meer is opgekomen om te
verhogen, hebben comparanten verkoperen, gemelden Willem Jansen, als den
laatste verhoger, met aanmerking dat de uitgeloofde kooppenningen de taxatie
van den experts te boven gaan, verklaart tot koper van bovengemelde eerste
perceel, voor eene somme van 1555 guldens behalven de lasten en de
koopvoorwaarden vermeld, en heeft dezelve deze koop accepterende, domicilie
verkiezende ter zijner tegenwoordige woonplaatse alhier, na gedane voorlezing
getekend: Willem Jansen".
Het
tweede perceel, een stuk bouw- en weideland: " Het Verbrande Erve,
gelegen onder de gemeente Nijbroek Canton Twello, beland oost de
Middeldijk, noord Hendrikus van Essen, west de Diaconie van Nijbroek en zuid de
Strieppe groot tezamen ongeveer één morgen vierhonderdveertig roeden
gewaardeerd op de som van zeshonderd één en veertig gulden een stuiver veertien
penningen" wordt bij "brandende kaarsen"
verkocht aan Arend Groothedde, schoenmaker en Lulof Beumer,
daghuurder, beiden wonende te Twello . Voor de somma van 642 guldens. Dit alles
gebeurde in tegenwoordigheid van Gradus Smits, deurwaarder, wonende te
Twello en Hendrik Vredenburg, bouwman, wonende te Terwolde. En
weer tekenen allen, behalve Willemina de Groot.
Handtekeningen
uit akte no. 49 16 mei 1815
Het patroniem Dubbe en de geslachtsnaam de
Wilde worden in het begin van de 19e eeuw door elkaar gebruikt.
Gerrit Jan tekent in de akte no.
28 d.d. 13 maart 1815 als G.J. de Wilde en in de akte no.
49 d.d. 16 mei 1815 als Gerrit Jan Dubbe. Ook Berend Dubbe
gebruikt zowel deze naam als ook de naam B. te Wilde. Hendrikus de Wilde tekent meestal als Hendrikus de Wilde,
maar gebruikt ook vaak de naam Hendrikus
Dubbe. Later zien we, dat de zonen van Jacob Arents de Wilde,
die zich in Deventer gevestigd hebben de naam Dubbe als officiële
familienaam voeren. Dit zijn Berend
en Gerrit Jan. Maar in de akten van naamsaanneming in Deventer uit 1811, zijn ze niet vermeld!
Een foto van Den Oord uit
het begin van de 20ste eeuw.
(fotocollectie
van de heer J. Lubberts)
In het gemeentearchief van Voorst vind ik nog
een afschrift van de "amptslasten"
in het kerspel Terwolde over het jaar 1802. Terwolde is in verschillende
rotten (buurtschappen) verdeeld. Een
afschrift van de namen van de behuizingen en de bewoners van het rot van Jacob Dubbe staat op de
volgende bladzijde. Totaal bestaat het rot van Jacob Dubbe uit 32 behuizingen.
Heden ten dagen zijn nog veel van deze
namen terug te vinden in de Spekhoek en de Hoeven.
Voor meer bizonderheden over Den Oord zie hoofdstuk VIII:
"De Geschiedenis van de Backerscampje(n)s of Den Oord in Terwolde"
De kerk in Terwolde speelt
een grote rol in mijn familiegeschiedenis.
Veel nazaten van Dobbe Lubberts de Wilde zijn er gedoopt, getrouwd en
begraven. Het is dan ook niet toevallig, dat ik als voorplaat een afbeelding
van de kerk koos, afkomstig uit het boekje "Onze Kerk van Terwolde"
uitgegeven door de kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente in Terwolde, ter gelegenheid
van de restauratie in de jaren 1992 en 1993.
In de zomer van 2005 hebben
mijn man en ik in deze kerk een
doopdienst bijgewoond, waarbij het eeuwenoude
doopvont van Bentheimer zandsteen gebruikt werd. Bijzonder om te bedenken,
dat veel van mijn voorouders en hun familieleden gedoopt zijn met water uit dit
zelfde doopvont.
In het bovenvermelde boekje
staan o.a. de volgende wetenswaardigheden vermeld, die berusten op het
bouwhistorisch onderzoek, dat in de jaren 1992 en 1993 i.v.m de restauratie
heeft plaatsgevonden.
"De vroegste delen van de kerk dateren uit het laatste kwart van de
dertiende eeuw. Opmerkelijk zijn de zadeldaktoren, de tweebeukige aanleg, de
zeldzame kapconstructie en de gaafheid van de middeleeuwse bouwsubstantie,
evenals de gerestaureerde muur- en gewelfschilderingen, die tijdens de
restauratie onder de kalklagen werden aangetroffen".
[1] GAA 203-953 Terwolde f. 19
[2] GAA 203-953 Terwolde f. 22
[3] GAA 203-952 Terwolde f.91
[4] GAA 203-954 Terwolde f.5
[5] GAA 203-954 Terwolde f.6
[6] GAA 203-954 Terwolde f.1
[7] GAA 203-954 Terwolde f.70
[8] GAA 189-011 Nijbroek f.86
[9] approbatie = toestemming
[10] GAA 189- 011 Nijbroek f. 87
[11] GAA 203- 954 Terwolde f. 70
[12] GAA 203- 955 Terwolde f. 34
[13] GAA 203- 955 Terwolde f. 43
[14] GAA 0168/1365 /1813 akte 108
[15] GAA 0168/1366/1815 akten 28 en 49